De hele dag de zeer snel stromende Panj-rivier stroomopwaarts gevolgd aan de Tajiekse kant, de rechteroever. Dat zal nog een 200-tal km duren, tot Khorog. Over die 200 km gaat het heel traag naar een hoogte van 2000 m.
De weg is ooit geasfalteerd (ik vermoed in de Sovjettijd), maar daar schiet heel weinig van over. Het gaat constant op en af. De omringende bergen zijn duizelingwekkend hoog.
De overkant, Afghanistan, is soms maar een flinke steenworp ver. Ook aan die kant is er een weg naast de rivier, die in een nog veel slechtere staat is. Hoe ze die soms in de bijna verticale rotswand hebben kunnen uithouwen is mij een raadsel. Over die weg rijden af en toe brommers, en ik zag ook een stoet zwaar geladen ezels. In de zeer primitieve Afghaanse dorpen zie je de vrouwen zwartgekleed rondwandelen, de jongens spelen voetbal zoals overal in de wereld.
Omdat de weg de hele tijd geklemd zit tussen de rotswand en de rivier is de enige plek waar ik kan kamperen in een dorp, waar de rivier iets verder van de rotswand loopt en er terrasvormige tuintjes en weiden zijn. De plek is ideaal, inclusief een helder beekje.
Terwijl ik dit schrijf komen Andreas en Stephanie, Duits koppel, en Alberto uit Galicië aan. Zij zijn een dag na mij in Dushanbe vertrokken. Zij blijven hier mee kamperen. We leggen alles bijeen en koken en eten samen, heel leuk voor de verandering! Morgen samen verder, ik zie wel of ik hun tempo volg. Ik wil hier zeker niet te snel doorheen racen, want dit maak ik nooit meer mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten