maandag 30 juli 2018

Dag 9/9 Khilok

Eindelijk een hotel. Ik heb er wel 113 km voor moeten rijden, weliswaar met na de middag flinke meewind. Mijn kleren zitten in de wasmachine, en ik kan weer onder de mensen komen.
Mijn tent hangt aan de draad te drogen. Vanaf valavond wordt bij het kamperen alles klammig, en tegen de ochtend is alles kletsnat, en dat is ook hoe het ingepakt wordt. Dat was in Mongolië anders.
Eenmaal voorbij Chita ga ik daar een oplossing voor moeten vinden, want dan komen tot Khabarovsk meer dan 2000 km op een kleinere baan met amper hotels. Misschien moet ik dan gewoon aan de mensen vragen of ik bij hen thuis mag slapen.
Ik heb ook al ondervonden dat ik op de verkeerde slaapzak gegokt heb. Ik dacht dat mijn zomerslaapzak zou volstaan, maar ik slaap nu met nog een thermische binnenslaapzak en vannacht had ik het koud. De volgende kampeernacht doe ik een thermisch onderhemd en sokken aan.

Dag 9/8 nabij Novopavlovka

's Middags
Na een 300-tal km binnendoor over rustige weg door slaapdorpen, met regelmatig lange stukken niet-geasfalteerd, ben ik in Balyaga op de grote baan uitgekomen die mij naar Chita zal voeren, de eerste grote stad (en enige, met Khabarovsk en Vladivostok) op mijn route. Benieuwd of het verkeer zal meevallen.
Hopelijk vind ik op deze weg af en toe een restaurant. Ik ben de pasta met tomatensaus, mijn standaard maaltijd als ik kampeer, zo onderhand wel beu. Maar als je alleen bent en alles moet meesleuren in dit warme weer, waarin het eten rap slecht wordt, zijn er amper alternatieven.
Het weer is overwegend zonnig, met wel wat tegenwind de laatste dagen. Nog maar een keer regen gehad overdag.
Het terrein is heuvelachtiger dan ik had gedacht.

's Avonds in de tent
Weer een aanval door Siberische insecten wanneer ik stopte met fietsen op een kampeerplek. Dit is niet normaal... Die aanval bleef duren tot ik uiteindelijk in de tent kon kruipen. De insectenspray op de blootgestelde lichaamsdelen en het net om mijn hoofd helpen wel goed. De hoofdfiguur van 'Nooit meer slapen' had zelfs dat niet.
Ik zie van in de tent dat de buitenkant van de binnentent vergeven is van de insecten.
Ik weet dat het nog tot half augustus hoogseizoen is voor de insecten, dus ik moet maar hopen dat het gaandeweg verbetert want dit hou ik niet vol.
Als het kan zal ik altijd op hotel gaan, maar die zijn hier niet dik gezaaid.
Dan kan ik eens mijn kleren wassen, en mijzelf ook trouwens. Ik kampeer al dagenlang zonder dat er water in de buurt is. Gelukkig ben ik alleen, dus niemand heeft er last van.

zaterdag 28 juli 2018

Dag 9/7 nabij Maleta

Het is de eerste keer dat ik na het vinden van een kampeerplek zonder treuzelen mijn insectennet over het hoofd moet trekken. Ik zie net genoeg om dit te schrijven. Ik heb ook onmiddellijk een lange broek aangedaan, en ik heb mijn fietshemd met lange mouwen en mijn fietshandschoenen aangehouden. Omheen mijn hoofd zwermen de muggen in honderdtallen. Van mijn voeten in de sandalen blijven ze vreemd genoeg af.
Misschien is dat omdat ik midden in een bos zit, en moet ik in het vervolg een meer open plek zoeken. Ik dacht dat ik best een eind van de rivier wegging waarlangs ik fietste. Ik zal het met schade en schande leren.
Ik ben natuurlijk wel wat bezweet van het fietsen, dus hopelijk betert het straks. Ik zal vlug mijn tent opzetten en er gaan inzitten. Alleen voor het koken moet ik er dan nog uit.

Valavond
Vreemd, de aanval is grotendeels voorbij, ik heb gewoon buiten kunnen koken en eten.

Een paar technieken die ik nog moet leren:
- hoe kom ik zo snel mogelijk in of uit de tent, zodat er zo weinig mogelijk muggen naar binnen komen?
- hoe kan ik eten met het muggennet op mijn hoofd?

Langzaamaan ben ik uit de steppe in de Siberische taiga aan het komen.

vrijdag 27 juli 2018

Dag 9/6 Bichoera

De wonderen zijn de wereld niet uit. Na een km of 25 reed ik voorbij een uitgestorven dorpje, Mirogi, waarvan ze mij gezegd hadden dat er een winkel was waar ik thee zou kunnen drinken. Maar die was toe, en niemand te zien.
Toen ik aan het wegrijden was zag ik in de verte een man lopen in wat een boeddhistische monnikspij leek. Toen ik hem vroeg of de winkel niet open was deed hij mij teken te volgen, en na een paar minuten kwamen we aan een boeddhistisch klooster. In de kantine was het etenstijd, en uit alle lekkers dat op tafel stond verkoos ik een kom heerlijke rijstpap.
De man naast mij op de voorgrond heeft 10 jaar in een boeddhistisch klooster in India gewoond en spreekt gebroken Engels. Hij is voormalig worstelkampioen bij de min 72 kg van de republiek Buryatia, waar we nu zijn.
In het klooster zijn 26 monniken.

Na een km of 60 werd ik door twee agenten in gevechtstenue tegengehouden. Ze toonden mij een foto en vroegen of ik die man had gezien. Na wat gebabbel wilden ze een foto met mij, en omgekeerd natuurlijk ook.

Mijn maag is terug OK, en het fietsen ging goed. Met dank aan de chemie (slaappil) waardoor ik vorige nacht als een blok sliep, behalve toen een paar zatte  mannen met de auto tot vlak bij mijn tent reden en er een paar minuten lang de koplampen op lieten schijnen.

donderdag 26 juli 2018

Dag 9/5 Chikoy

Ik zit in de rats. Na een kleine 40 km op een (slechte) asfaltweg parallel aan de Mongools-Russische grens werd ik door militairen tegengehouden. Ik deed of ik helemaal geen Russisch verstond, maar ze probeerden duidelijk te maken dat ik een speciale toelating nodig had om in die grenszone te zijn.
Na wat getelefoneer namen ze mij mee naar hun kazerne 1 km terug. Daar zit ik nu te wachten in een soort leslokaal tot er een tolk is. Ik vermoed dat die uit Kyakhta moet komen, dus het gaat wel even duren.
Als ze mij maar niet verplichten terug te keren naar Kyakhta. Dat zou een compleet verloren dag zijn, en bovendien denk ik niet dat ik daar nu nog naartoe kan fietsen. Ik ben al de hele dag onwel met braakneigingen.
Als ze mij terugsturen naar Kyakhta moet ik helemaal rond via Ulan Ude, wat meer dan 100 km omweg zou betekenen.

's Avonds
Na een uur of twee (en veel getelefoneer in verband met mijn paspoort en visum) mocht ik ineens weg en mijn route verderzetten, zonder dat er een tolk verschenen was. Toen ik 10 km verderop in het dorp Chikoy aankwam werd ik aangesproken door een man, Andrei, die van mijn komst verwittigd was door een van de militairen. Zijn dochter Natasja, die in Moskou woont en een beetje Engels spreekt, leidde mij naar een plek aan de rivier waar ik kan kamperen. Daar was ik naar op zoek, ook al heb ik vandaag nog niet ver gereden.
Mijn maag is behoorlijk van slag, maar na wat braken voel ik me iets beter. Vandaag niet gegeten. Benieuwd hoe het fietsen morgen zal gaan, het dorp waar ik zou willen geraken ligt op 103 km.

Tegen zonsondergang kwam een hele familie in 2 auto's naar de rivier. Zij hadden overheerlijke bessentaart bij, waar ik met plezier een stukje van at, en de rest lieten ze hier voor mijn ontbijt.

woensdag 25 juli 2018

Dag 9/4 Kyakhta (Rusland)

Grensovergangen zijn vaak absurd. De Mongools-Russische grensovergang in Kyakhta, die deze namiddag op het programma stond, is wel een topper.
Op het uitreisdocument moet je de nummerplaat invullen van de auto, moto, camion of bus waar je mee bent. Te voet of met de fiets kan dus gewoon niet.
Na wat gezever liet de man, die mij als eerste te woord stond, mij toch maar door, maar een beetje verder werd ik boos teruggestuurd.
Gelukkig was er een heel vriendelijke douanierster, die mijn probleem begreep. Zij beloofde de volgende trucker aan te spreken om te vragen of die mij en mijn hebben en houden wilde opladen. En zo geraakte ik na een uur of drie uiteindelijk Rusland binnen.

Dit is echt wel een culturele grens. De mensen zien er plots anders uit, een kerk hier en daar, heel andere bouwstijl. Het is hier onvoorstelbaar troosteloos, vergane Sovjetglorie. Alleen de hoofdstraten zijn  geasfalteerd. In het centrum is geen restaurant te vinden, en dat in een stad van twintigduizend inwoners. Het internet is veel gebrekkiger dan zelfs in Mongolië. In een ver verleden, waar hier en daar nog sporen van te zien zijn, was dit een belangrijke handelsstad, tot de transsiberische spoorlijn het volledig overbodig maakte.

zondag 22 juli 2018

Dag 9/1

Eindelijk op weg, 2 dagen later dan gepland! Om de opgelopen "vertraging" een beetje weg te werken liet ik mij de eerste 55 km in de auto vervoeren door Froit, die toevallig mijn richting uit moest. En dan kon ik op de fiets verder over een teleurstellend drukke baan door een mooi groen golvend landschap. Een andere weg naar Rusland is er echter niet.
Gisteren kwam na twee dagen wachten dan toch mijn bagage aan, zonder dat ik van de Aeroflot-verantwoordelijke, die amper Engels sprak, iets van uitleg, laat staan verontschuldigingen, kreeg. De spanriem die ik er omheen had gespannen ontbrak, en er was duidelijk in gerommeld. Ik denk wel dat er niets ontbreekt.

vrijdag 20 juli 2018

Dag 9/0 bis Ulaanbaatar

Voor wie van fietstechniek houdt: deze morgen inspecteerde ik samen met Froit mijn fiets, en daarbij viel het hem op dat mijn achterwiel heel lichtjes kraakte wanneer het vrij in de lucht ronddraaide. Omdat hij dat niet koosjer vond haalde hij de achteras uit mekaar, en stelde vast dat een van de 9 kogeltjes van de kogellager een afgebrokkeld stukje had, en dat het holle loopvlak waarin de kogeltjes draaien ook lichte slijtage vertoonde. De 8 andere kogeltjes waren iets donkerder dan normaal, teken dat ze oververhit waren geweest.
Froit vond het niet raadzaam zo naar Vladivostok te vertrekken, en dus gingen we op 2 van zijn fietsen op zoek naar nieuwe onderdelen. In een urenlange zoektocht bezochten we een paar fietswinkels en een tiental kramen op een gigantische markt, maar al wat we vonden was van een andere maat of had een verkeerde schroefdraad. Na op zijn minst een 25-tal km fietsen in stinkend Ulaanbaatar kwamen we eerder stoemelings in een winkel die Shimano-onderdelen verkocht, en in een rommelbakje vonden we het ene stukje dat we net nodig hadden, en ook nieuwe kogeltjes.
Thuis wist Froit met het nodige vet onder mijn bewonderende blikken het achterwiel weer netjes te monteren. Een illustratie te meer voor het motto dat mij al sinds mijn vertrek in Pulle leidt: het universum zorgt voor u.
Als nu mijn bagage nog wil aankomen kan ik de twee nieuwe buitenbanden monteren en is mijn fiets vertrekkensklaar.
De man-met-het-hoedje op de foto is Froit.

Dag 9/0 Ulaanbaatar

Na een lange onderbreking van meer dan een jaar ben ik terug in Ulaanbaatar, de Mongoolse hoofdstad. Ik verblijf bij de Nederlander Froit en zijn Mongoolse vrouw Boloroo. Zij hebben het voorbije jaar mijn fiets en bagage bijgehouden.
Mijn tweede verblijf in Ulaanbaatar is een hindernissenparcours: toen ik gisteren na een wel heel korte nacht om 6 u 's ochtends in de luchthaven Djengis Khan op mijn bagage stond te wachten bleek dat die tijdens de transfer in Moskou was achtergebleven, samen met die van een twintigtal andere passagiers. De man die dat moest afhandelen sprak geen Engels, en het enige dat hij ons kon duidelijk maken was dat we de volgende dag om 10 u naar een bepaald telefoonnummer moesten bellen.
Hoewel mijn bagage grotendeels in Mongolië is gebleven zitten in de bagage, die ik uit Antwerpen meebracht, essentiële dingen waarop ik moet wachten.
Gelukkig had Froit een taxi naar hun huis geregeld. Mijn eerste Mongoolse dag is er een om vlug te vergeten. Jetlag... wat gesuft, geslapen en proberen te lezen.
Ook 's anderendaags, vandaag, nog geen bagage, alleen de toezegging dat ik per dag wachten voor 100 dollar aantoonbare uitgaven mag terugvorderen. Ben ik vet mee... ik wil gewoon beginnen fietsen. Wie weet morgen? Wordt vervolgd.

Froit en Boloroo wonen in een zogenaamd ger-district midden in Ulaanbaatar. Een ger, bij ons bekender onder de naam yoert, is de typische vilten ronde tent van de Mongoolse nomaden. In de wijk van Froit en Boloroo staan door mekaar eenvoudige huizen, uit baksteen en hout, en gers. Honderden wooneenheden hebben één gemeenschappelijke waterput, waarvan de waterkwaliteit maandelijks gecontroleerd wordt. Vandaar brengen ze per jerrycan water naar huis. Riolering is er niet. De electriciteitsvoorziening gebeurt via kabels in de lucht en is heel instabiel. Gisteravond tijdens een zwaar onweer zat de ganse wijk een dik uur zonder stroom.
Nieuwkomers in de stad, en die zijn er permanent, huren voor een habbekrats een stukje grond en zetten daar een ger op.