Na 40 km prima baan ging ik een heel grote zuidelijke omweg vermijden door een afsnijding van een 60-tal km die ik via Google maps had bedisseld (want mijn Turkije-kaart is voor de secundaire banen hoogst onbetrouwbaar).
De eerste 22 km van die inkorting tot Dikilitas prachtig asfalt (en geen enkele auto gezien), maar vanaf dan een ongelooflijk bultige en stenige piste, van God en alleman verlaten. Dat kan je spijtig genoeg niet zien op Google maps.
7 km verder hoorde ik ineens een nieuw krakend geluid achteraan. Bij inspectie zag ik dat een oog aan de kader vlakbij het centrum van het achterwiel, waar de bagagedrager aan bevestigd wordt, was afgebroken.
Nu is die kader, en dus ook dat oog, gemaakt van titanium, en dat kan je niet zomaar lassen. Mijn eerste gedachte was: einde reis.
Uit de tegenovergestelde richting kwam na een kwartier stomtoevallig een auto aangehotst met een gezin erin. De man was zo vriendelijk mij en mijn spullen zo goed en zo kwaad als het ging in de auto te laden en mij terug te brengen naar Dikilitas, waar het asfalt weer begon.
Met colsonbandjes en ijzerdraad maakte ik de bagagedrager provisoir vast, en ik reed voorzichtig de 15 km terug naar het eerste gehuchtje, Karakuyu.
Onderweg spookten allerlei scenario's door mijn hoofd, van de reis verder zetten met de fiets aan de hand en in de bus, tot een bus terug nemen naar Kayseri, mijn bagage achterlaten bij mijn Warmshowers-contact daar, en dan met de fiets naar huis (Amsterdam) vliegen.
Aan een jonge gast in Karakuyu vroeg ik of ik verder op de grote baan een dolmus (minibus) zou kunnen nemen naar Gurun, het eerstvolgende stadje, in de hoop dat ik daar een goede mekanieker zou vinden. We keken samen naar de schade, en hij zei dat zijn nonkel dat misschien wel kon fiksen.
Die nam de fiets mee naar zijn atelier, en bekeek wat hij aan ijzerwerk in zijn rommelbakjes had liggen in de hoop een idee te krijgen. Uiteindelijk klemde hij een U met draad op de benen (hoe heet zoiets in het Nederlands?) omheen de titanium buis en laste daaraan een kromgebogen plaatje. Daarin had hij een gat geboord om de bagagedrager aan vast te maken. Fantastische oplossing! Hopelijk houdt deze constructie en kan ik gewoon verder fietsen!
Ik mag blijven slapen in een leegstaand huisje met zelfs een douche. Bovendien bleek de vader van de jongeman, maw de broer van de reparateur, de muhtar (dorpsverantwoordelijke) te zijn. Toen ik 's avonds op het punt stond om mijn potje te koken kwam hij me halen om te eten: grote dikke (en zware) pannenkoeken met zelfgemaakte kaas en ayran (soort botermelk).
Die muhtar beweerde dat de slechte strook weg eindigt in het volgende dorp, Asagihuyuk, ik schat nog een 6-tal km verder dan waar ik pech had. Daarna is er terug asfalt. Hij probeerde me te overtuigen gewoon af te stappen en de ganse slechte strook te voet te doen. Hij doet me zwaar twijfelen, want dat zou me een fietsdag besparen. Nog een nachtje over peinzen...
Ondertussen zit ik op bijna 1800 m hoogte. Deze ochtend bij het vertrek was het 7 ÂșC, de eerste keer dat ik niet op mijn sandalen kon fietsen en mij met twee extra lagen moest warmhouden.
Les 1: als je in de shit zit komt er altijd een oplossing. Of, zoals Geertje me geleerd heeft: het universum zorgt voor u. Vriendelijke mensen overal. Vooral in de islamlanden is de gastvrijheid en hulpvaardigheid grenzeloos.
Les 2: ik mag echt niet meer buiten asfalt fietsen, mijn fiets (hoe goed die voor de rest ook is) is daar niet voor bedoeld. Misschien na het einde van deze herfstetappe overstappen op een echte mountainbike. Ik ging mijn fiets sowieso mee naar huis nemen voor groot nazicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten