Ik ben goed in vorm: op 2 dagen heb ik 193 km gedaan, waarvan de laatste 21 eindelijk op asfalt. Ik reed vandaag bijna de hele dag op een zandweg door een kiezelwoestijn zonder iets van beschutting, en ik zag het niet zitten daarin te kamperen omdat er nog maar eens veel wind was.
De wind is echt een hoofdrolspeler in Mongolië. Eerst stond hij gunstig, maar hij draaide en stond dan pal in mijn gezicht.
Midden in die woestenij kreeg ik nog maar eens een lekke band. Vooraan deze keer, maar ik heb bij de laatste herstelling de 2 banden verwisseld omdat de achterste meer sleet vertoonde. Het moet dus echt iets zijn met die band, maar ik vind niet wat. Van Nikita, mijn Russische fietskameraad in Olgii, kreeg ik een Chinese reserve buitenband mee, maar die is heel smal en ik denk onbruikbaar op oneffen terrein. Ik aarzel dus die te gebruiken.
Kevin had via Whatsapp laten weten dat er aan het Khyargas Nuur meer een hotel was, en het idee daar te kunnen slapen dreef mij verder. In het hotel is wel elektriciteit maar geen waterleiding, dus mijn hoop na 4 dagen nog eens een hygiënische opknapbeurt te krijgen was ijdel. Ik zal het moeten doen met een zwembeurt in het meer, en mijn kleren wassen is voor later.
In het hotel is ook geen toilet. Zoals overal hier is het toilet een houten kotje met een gat in de grond, dat een eind van het gebouw af staat. Voor WC-papier moet je zelf zorgen.
Nu ga ik 216 km asfalt hebben, deels nog in aanleg, bijna tot aan het eerste dorpje, Songino. Onderweg wel geen bewoning, en op één plek kan ik water vinden. Ik moet dus een grote voorraad water meenemen.
vrijdag 19 mei 2017
Dag 8/35 Khyargas Nuur meer
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten