Wat een nacht alweer. We lagen met zijn negenen in de woonkamer, waar ook een kacheltje had gebrand. Veel zuurstof was er dus niet. Tussendoor een huilende baby. Weinig of niet geslapen.
Omdat we vlak onder de pas overnachtten konden we de dag beginnen met de laatste 4 km van de beklimming. De zwaarste 4 van mijn leven: hoog stijgingspercentage, rotslechte weg, maar vooral het gebrek aan zuurstof waardoor we heel vaak moesten stoppen tot we weer min of meer normaal konden ademen. Eenmaal boven was de voldoening echter immens. Ik ben in mijn leven nog nooit zo hoog geweest.
De daaropvolgende 20 km gingen hoofdzakelijk over 'washboard', dikke dwarse ribbels op regelmatige afstand. Dat is de ergste wegbedekking. Er is geen enkele goede snelheid om er over te rijden, en zowel fiets als fietser worden ongelooflijk door elkaar gerammeld. Daarop volgde eindelijk aanvaardbaar asfalt.
We hebben vandaag onderweg maar een paar auto's gezien.
Door de weeral opkomende tegenwind waren we allebei volkomen van de kaart als we in het dorpje Karakul aankwamen. We vonden daar een allersympathiekste homestay.
We gaan hier een dag blijven om terug op krachten te komen, maar vooral om van het fantastische kader te genieten: Karakul ligt aan het gelijknamige meer, omgeven door besneeuwde bergen. China en Kirgistan zijn vlakbij. We reden gisteren en vandaag trouwens lang naast de prikkeldraadversperring waarachter een neutrale zone Tajikistan en China scheidt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten