donderdag 29 september 2016

Dag 7/33 Jelondy

Wat een nacht. Ik was de hele tijd kortademig door de hoogte, en ik heb amper een oog dichtgedaan.
Vanaf hier moet ik nog een 800 m klimmen naar de eerste vierduizender col (Koitezek, 4272 m), en die klim met de daaropvolgende afdaling zijn niet geasfalteerd. Daarna een tweede col, en dan op en af tot Alichur (3900 m). Alles bijeen een 85 km in volstrekt verlaten gebied, waarvan een 50-tal op asfalt.
Het lijkt me geen goed idee dat vandaag te doen, vooral omdat ik dan 400 m hoger eindig dan waar ik nu al ben. Gelukkig is tijdens het fietsen het zuurstoftekort minder problematisch dan bij het slapen.
Ik zal mezelf goed moeten observeren en zonodig de medicatie tegen hoogteziekte nemen die ik bijheb.

Terwijl ik aan het middageten ben komt Thomas aan, een jonge Sloveen die ik ik Korogh heb leren kennen. We besluiten vanaf morgen samen te rijden. Voor de bewoningloze ritten tot Murghab is het leuk gezelschap te hebben. Ook na Murghab is er tot Sary-Tash in Kirgistan heel weinig bewoning, maar in Murghab zou ik graag op Alberto en compagnie wachten, als dat wachten niet te lang duurt.
Op de foto, genomen tijdens een namiddagwandeling, het dorp Jelondy vanuit de hoogte. Thomas vertelde dat om aan de hoogte te wennen je beter niet gewoon rust (wat mijn plan was), maar een paar honderd meter klimt en weer daalt.

Dag 7/32 Jelondy

De mensen volgen hier de zon en gaan vroeg slapen: om 19.45 u ging op de boerderij iedereen naar bed, en ik volgde uiteraard hun voorbeeld.

Na een hele dag op, en soms ook neer, bevind ik mij nu op 3500 m. Het verrast mij dat, zelfs op deze hoogte, er nog steeds kale begroeiing is. Die is nu getooid in prachtige herfstkleuren.
Jelondy is een samenraapsel van wat huizen, gegroepeerd rond een heetwaterbron waarrond een (wel heel primitief) sanatorium is gebouwd. Het komt mij goed uit dat ik hier in een aparte kamer kan slapen, want ik ben flink moe en heb nood aan privacy. Ik voelde bij het fietsen dat de lucht ijler en zuurstofarmer wordt.

Het avondeten is een afknapper: de typische bouillon met een schapeknook en oudbakken brood. Als ik vraag of ik nog iets kan krijgen serveren ze een bordje gebakken aardappelen die zo vettig zijn dat ik er maar een paar naar binnen krijg. Om te drinken alleen thee. Culinair is Centraal-Azie geen hoogvlieger!

Rond halfzeven valt in heel het gebouw de elektriciteit uit voor de rest van de avond. Dat wordt midden in de nacht hersteld. Wat wij in het westen evident vinden (voedselveiligheid, hygiëne, elektriciteit, stromend water,...) is dat hier allerminst.

 

 

woensdag 28 september 2016

Dag 7/31 Vuzh

Na een extra dag rust voelde ik me deze morgen goed genoeg om uit Korogh te vertrekken. Mijn ingewanden zijn tot rust gekomen.
Aan een heel traag tempo 65 km afgelegd, met amper verkeer en grotendeels over behoorlijk asfalt. Ik ben nu op 2700 m. Het decor is weeral spectaculair.
Toen ik aan een boerderij vroeg of ik mocht kamperen zeiden ze eerst van wel, maar ze kwamen dadelijk zeggen dat ik binnen mocht slapen. Dat kwam goed uit want er is buiten een felle koude wind. Om 18.45 u wordt het hier al pikdonker.
Ze zijn nu aan de typische Pamir-maaltijd: een kom bouillon met daarin een paar stukken schapenvlees, en daarbij zelfgebakken brood. Dat zag ik nu niet zitten (en zal ik nog genoeg moeten eten), dus ik hen duidelijk gemaakt dat ik een beetje ziek ben, en heb voor mezelf pasta klaargemaakt. Een kom zelfgemaakte kefir (gefermenteerde melk) kon ik niet afslaan en is trouwens behoorlijk lekker.
Stromend water is hier niet, elektriciteit wel. De hygiëne is ver zoek. Slapen doen ze op een dun matrasje op een verhoog. Ik slaap bij de boer op de kamer. Ik ben benieuwd...

maandag 26 september 2016

Dag 7/29 Korogh

Tot nu was ik de enige van alle fietsers die ik tegenkwam die geen maag-darmproblemen had of had gehad. Nu weet ook ik ervan...
De hele nacht over en weer naar het toilet met vliegende diarree en braken. Gelukkig dat ik voor het eerst sinds 4 nachten niet aan het kamperen ben. Korogh is de enige stad (30.000 inwoners) in het gigantische Pamir gebied, en bij toeval overkomt me dit terwijl ik in een hostel verblijf.
Deze ochtend met zijn vieren naar een diagnosecentrum voor onderzoek van de stoelgang. Verdict: bij Alberto en bij mij negatief op parasieten, bij Andreas en Stephanie positief. En zeggen dat wij constant opletten met wat we eten en drinken.
Ik voel me dus heel slap en blijf hier tot ik me weer helemaal beter voel. Een beetje vervelend want in de hoge Pamir wordt het nu snel kouder.

zondag 25 september 2016

Dag 7/27-28 Korogh

Twee zalige dagen in heel prettig gezelschap, alsmaar langs de Panj-rivier. Heel leuk gekampeerd en gekookt. Morgen scheiden zich onze wegen: ik heb beslist verder de eigenlijke Pamir Highway te volgen, mijn 3 compagnons doen de omweg langs de Wakhan corridor.
Ik ben nu sinds Dushanbe meer dan 600 km op de Pamir Highway, nu nog 321 km tot Murghab en 740 km tot eindpunt Osh.
Vanaf nu verandert het parcours grondig. Ik ben nu rond de 2200 m hoogte, eerst klim ik geleidelijk naar het Pamir hoogplateau, dat rond de 4000 m ligt. Ik ga die klim op 't gemak nemen om mijn lichaam te laten wennen aan de hoogte. Er komen een aantal nog hogere cols, en ik kom in heel ander weer terecht. Koude nachten, overdag kan de temperatuur met wat geluk nog tot 15-18 °C oplopen. Er is een flinke kans dat ik met sneeuw te maken krijg, en de wind zal een hoofdrol spelen.
Ik ben heel benieuwd hoe dit mij zal afgaan, want het wordt mijn eerste ervaring met fietsen en kamperen in winterse omstandigheden. Af en toe zal ik hopelijk in een homestay kunnen slapen. Bevoorrading met eten en water wordt cruciaal.

vrijdag 23 september 2016

Dag 7/26 Deh

Ik kom superlatieven te kort voor wat ik meemaak. In dit waanzinnige landschap voel ik me heel klein, maar vooral heel geprivilegieerd. De foto's zullen een heel partieel beeld geven.

Ik geniet volop van het gezelschap van Andreas, Stephanie en Alberto. Ze zijn nog geen 30 maar accepteren mij volledig als compagnon. Ik ben heel blij dat ik ze zonder probleem kan volgen. Ze proberen mij te overhalen na Khorog niet de "gewone" Pamir Highway (de zogenaamde M41) te volgen, maar samen met hen een veel ruigere variant. Dat is de zogenaamde Wakhan corridor, die langer is en uiteindelijk terug uitkomt op de M41. Ik twijfel heel erg, want dat zou betekenen dat ik een dag of 6 helemaal off road zou gaan, terwijl de M41 toch partieel geasfalteerd is.

donderdag 22 september 2016

Dag 7/25 Kurgovad

De hele dag de zeer snel stromende Panj-rivier stroomopwaarts gevolgd aan de Tajiekse kant, de rechteroever. Dat zal nog een 200-tal km duren, tot Khorog. Over die 200 km gaat het heel traag naar een hoogte van 2000 m.
De weg is ooit geasfalteerd (ik vermoed in de Sovjettijd), maar daar schiet heel weinig van over. Het gaat constant op en af. De omringende bergen zijn duizelingwekkend hoog.

De overkant, Afghanistan, is soms maar een flinke steenworp ver. Ook aan die kant is er een weg naast de rivier, die in een nog veel slechtere staat is. Hoe ze die soms in de bijna verticale rotswand hebben kunnen uithouwen is mij een raadsel. Over die weg rijden af en toe brommers, en ik zag ook een stoet zwaar geladen ezels. In de zeer primitieve Afghaanse dorpen zie je de vrouwen zwartgekleed rondwandelen, de jongens spelen voetbal zoals overal in de wereld.

Omdat de weg de hele tijd geklemd zit tussen de rotswand en de rivier is de enige plek waar ik kan kamperen in een dorp, waar de rivier iets verder van de rotswand loopt en er terrasvormige tuintjes en weiden zijn. De plek is ideaal, inclusief een helder beekje.

Terwijl ik dit schrijf komen Andreas en Stephanie, Duits koppel, en Alberto uit Galicië aan. Zij zijn een dag na mij in Dushanbe vertrokken. Zij blijven hier mee kamperen. We leggen alles bijeen en koken en eten samen, heel leuk voor de verandering! Morgen samen verder, ik zie wel of ik hun tempo volg. Ik wil hier zeker niet te snel doorheen racen, want dit maak ik nooit meer mee.

woensdag 21 september 2016

Dag 7/23 Safedoron

Halfweg de klim naar de Khaburabot-pas, aan het laatste dorp voor de pas en voor Kalaikhum, vond ik een mooie kampeerplek aan een beekje. Met de micropurpilletjes die ik heb kan ik het water zonder gevaar drinken.
De dorpsjongetjes die mij niet gerust laten zijn het enige vervelende.
Even voelde ik de verleiding nog een eind verder te rijden (en ik was zelfs al een paar honderd meter ver), maar ik wil het tempo niet te hoog leggen en maximaal genieten van dit alsmaar spectaculairder wordende landschap.
Het klimmen op een piste is wel speciaal. Soms is het te steil, slipt mijn achterwiel en moet ik afstappen en de fiets voortduwen.
Tot mijn grote geruststelling heb ik tot hiertoe geen problemen met de constante schokken. Met mijn gehavende schouders was ik daar een beetje bezorgd over. Alleen bij het slapen op mijn kampeermatrasje heb ik wat last.

Dag 7/24 nog enkele foto's

Dag 7/24 Kalai Khumb

Om 7 u vertrokken voor de laatste 800 m klimmen, gevolgd door 2000 m afdaling tot Kalai Khumb. Samen een 50 km, en daarna zou ik nog wel een 30-tal km verder geraken, dat was mijn plan. Wat een misrekening...
De klim was bijzonder zwaar door de afreuze staat van de piste, en de afdaling zo mogelijk nog meer. Ik ben niet zo behendig aan het stuur, en ik moest mij uiterst concentreren en zeer voorzichtig zijn om niet honderden meters dieper naast de weg terecht te komen. Levensgevaarlijk! Maar ook o zo mooi. Het ene adembenemende uitzicht werd een bocht verder al vervangen door het volgende. Daarom per uitzondering een tweede bericht met foto's van vandaag. Ik kan mij niet herinneren ooit door een zo spectaculair landschap gereden te zijn. En zo verlaten: op enkele terreinwagens en een paar herders na niemand gezien.

Mede door de tientallen fotopauzes was het 14 u tegen dat ik in Kalai Khumb aankwam. Ik slaap in een homestay en ga de rest van de dag mijn fiets grondig nakijken en mijn voorraad eten voor de volgende dagen aanvullen.
Vanaf morgen volg ik 250 km lang de Panj-rivier tot in Khorog. Aan de overkant ligt Afghanistan.

maandag 19 september 2016

Dag 7/22 Tavildara

Wat vorige nacht bij valavond begon als een koddige passage van een grote kudde van honderden schapen en geiten omheen mijn tent werd de hele nacht door een processie van een zestal kuddes. Elke keer werd ik wakker van de graasgeluiden, het geblaat van de beesten en het geroep en de pillampen van de herders. En elke keer werd ik met al mijn spullen gehuld in een wolk van stof.
Fietsen op een piste is in niets te vergelijken met op asfalt. Mijn daggemiddelde lag flink onder 10 km per uur. Na een 50-tal km (en net geen 1000 stijgmeters) kwam ik aan in een dorp met hotel. De aarzeling heeft niet lang geduurd: voor 80 Somoni (9 euro) heb ik avondeten en ontbijt erbij. En een heerlijke douche!

Ik ben vlak bij (een 10-tal km) van de grens met het Pamirgebied waarvoor je bovenop het visum een extra permit moet hebben.

zondag 18 september 2016

Dag 7/21 kamperen ergens onderweg

Na de vlotte dag gisteren werd ik vandaag met de neus op de feiten gedrukt. Na 11 km was het gedaan met het asfalt (behalve hier en daar nog een kort stuk) en begon een eindeloze opeenvolging van omhoog en omlaag langs een grote rivier over een heel stenige en stoffige piste. En dat gaat nog een aantal dagen duren. Nu zit ik nog op 1400 m hoogte, maar na een geleidelijke stijging naar 1750 komt er steile klim naar de Khaburabot-pas, 3252 m hoog, gevolgd door een steile afdaling. Degenen die de Pamir Highway gefietst hebben zeggen mij dat dat het zwaarste stuk is.
Ik word hoe langer hoe meer omringd door zeer hoge bergen, het is echt indrukwekkend.
Ik kampeer op een mooie plek een honderdtal meter boven de rivier. Aan deze kant waren toen ik aankwam acht jonge mannen een camion aan het laden met hout dat ze aan een kabel vanop de overkant hadden aangevoerd. Nadien trokken ze zich een voor een over, zonder iets van beveiliging. Mijn hart stond stil als ik ze boven de rivier zag bengelen, zichzelf voortrekkend (als je goed kijkt zal je er een zien op de foto). Ze slapen in tenten die heel schuin tegen de steile bergwand opgesteld staan.
Terwijl ik dit schrijf kijk ik uit op een prachtige maanloze sterrenhemel.

zaterdag 17 september 2016

Dag 7/20 Obi Garm

Veel beter kon de Pamir Highway niet beginnen: 100 km perfect asfalt, weinig verkeer, een rustige klim van 850 naar 1750 m met een zachte rugwind en weer naar 1250 m. Door onoplettendheid reed ik ergens verkeerd, wat ik pas na 8 km opmerkte. Gevolg: 16 km extra.
Ik verblijf in een aftands hotel gebouwd rond een warmwaterbron. De baden zijn zo heet dat ik er amper in kan. Goed voor de wonde van de hondebeet, die mooi aan het genezen is maar wel een flink litteken zal opleveren.
Het landschap wordt stilaan majestueus maar ik ben nog in de bewoonde wereld. Regelmatig passeerde ik een dorp met een winkel. Dat zal niet lang meer duren. Binnen 40 km is het gedaan met asfalt en begint de eerste grote klim naar 3252 m op een naar ik hoor schabouwelijke piste.
Ik heb (met wat hulp van een website-specialist) een manier gevonden om mijn berichten gepost te krijgen, zo lang ik met mijn Tajiekse simkaart internet-bereik heb want wifi is hier onbestaande. 

vrijdag 16 september 2016

DAG 7/14-16 Korashina/Boysun/Denov

Eindelijk terug reliëf in het landschap. Na een tiental vlakke dagen ben ik blij dat er meer afwisseling komt. Op drie dagen doorkruiste ik een kaal gebergte in zachtbruine kleuren. Door de hoogte waarop ik vannacht sliep had ik voor het eerst niet genoeg aan mijn lakenzak en ben ik deze ochtend vertrokken met een trui aan en sportschoenen ipv sandalen.
Deze ochtend een Frans fietsend koppel gekruist die van het Pamirgebergte kwamen. Zij moeten nog door Turkmenistan, dus er waren genoeg verhalen uit te wisselen.

DAG 7/13 Samarkand

Samarkand is een stad uit een sprookje, een der belangrijkste kruispunten op de zijderoute tussen Perzië en China. Eén dag is te weinig om al het moois te bekijken, dus ik heb mij moeten beperken tot de highlights. En die zijn echt wel high, op kop met voorsprong het Registan, een verzameling van drie medressas (koranscholen) van de veertiende tot de zestiende eeuw. De drie monumentale iwans (toegangspoorten) staan naar elkaar gericht aan drie zijden van een vierkant plein. De geometrische versieringen in overwegend turkooisblauwe tegels zijn adembenemend mooi.
Niet ver daarvandaan in een moskee lag het lichaam van de overleden president Karimov bedolven onder een berg witte bloemen.
Gelukkig had ik mijn fiets meegenomen op de trein. Alles bij elkaar een 40-tal km gefietst. Als ik dat allemaal met openbaar vervoer had moeten doen in een onbekende stad had ik nooit zoveel kunnen zien.
Wat een rustdag moest zijn werd behoorlijk vermoeiend, want ik lag pas om 1 u in bed, mede omdat de trein bij de terugkeer een paar km voor Qarshi een vol uur stilstond om twee goederentreinen voor te laten.

DAG 7/11-12 Muborak/Qarshi

Twee rustige fietsdagen in een kaal landschap dat het midden houdt tussen woestijn en landbouwgebied. Dieren en diertjes in overvloed.
In Qarshi met enige moeite een hotel gevonden waar ik als vreemdeling mag verblijven. Absurde regelgeving uit de Sovjettijd.
Ik heb een kamer voor twee nachten want morgen ga ik met de trein over en weer naar Samarkand.

donderdag 15 september 2016

Dag 7/18-19 Dushanbe

Ik wilde hier een rustdag nemen, maar die was helemaal om met boodschappen en beslommeringen allerhande. Ik blijf dus een tweede dag ter plekke om echt tot rust te komen.
De Tajiekse simkaart werkt naar behoren, maar een aantal websites en apps zijn hier geblokkeerd. Daarbij stom genoeg de app die ik gebruik om berichten op mijn blog te plaatsen. Het zal dus nog enkele weken duren voor ik de massa berichten die ik ondertussen zal verzameld hebben kan publiceren. Klote, maar het is niet anders.
De herstelling van de twee binnenbanden had veel voeten in de aarde. In de ene zaten drie gaatjes, in de andere zes. Gelukkig kreeg ik hulp (en plakgerief) van een sympathieke Duitser. Op zoveel lekken was ik niet voorzien. Na uren rondrijden vond ik op twee markten telkens 1 nieuwe binnenband als extra reserve. Kwaliteit onbekend, en 29 inch ipv 28, maar de fietsers hier zeggen mij dat die bruikbaar zijn voor mijn wielen.
Morgen begin ik aan de Pamir Highway, de plat de resistance van deze herfst-etappe. Ik heb veel eten gekocht om zo onafhankelijk mogelijk te zijn.

Dag 7/17 Dushanbe (Tajikistan)

Het afscheid van Uzbekistan was er een in mineur. Vooreerst een treiterige Uzbeekse douanier die letterlijk alles van mijn bagage controleerde. Een uur lang moest ik alles openen en tonen, tot en met het zeepbakje, vuil ondergoed, alle onderdelen van mijn apotheek, elke foto op mijn smartphone,... De klootzak zei dat de slaappillen die ik bijheb om in moeilijke (bijvoorbeeld lawaaierige) omstandigheden te kunnen inslapen in Uzbekistan verboden zijn. Ik bleef herhalen dat ik ze absoluut nodig had, maar omdat ik dat niet kon aantonen met een doktersattest bleef hij bij zijn standpunt. Dat ik Uzbekistan verliet ipv binnen te komen speelde geen rol. Uiteindelijk gaf hij toch toe.
Terwijl heel die discussie zich afspeelde merkte ik dat mijn twee banden plat stonden. Eerst dacht ik aan een flauwe grap, maar dan zag ik dat mijn twee banden doorprikt waren door wel vijftig doornen. Vlak voor de douanepost was ik om te plassen even aan de zijkant van de weg gaan staan, en daarbij allicht zonder het te merken over droge doornen gereden.
In een zijkamer van de bloedhete douanehal, lekkend van het zweet, begon ik aan de reparatie. Met mijn tang haalde ik alle doornen er uit en verving de twee binnenbanden door de twee reservebinnenbanden die ik bij heb.
Gevolg van dit alles: 3 uur kwijt, en dan in de volle zon met flukse tegenwind de resterende 66 km naar Dushanbe.
Gelukkig kan ik daar verblijven in de tuin van Vero, een francaise die hier werkt in een Europees project rond volksgezondheid. Dit is de plaats waar bijna alle fietsers die van of naar het Pamirgebergte gaan elkaar treffen. Op dit moment zijn we met een tiental, twintigers en dertigers en 1 zestiger... Het is hier een oase van rust en samenleven.
Ik stel met een zekere ongerustheid vast dat iedereen die uit de Pamir komt opgescheept zit met maag-darmproblemen. Vero zegt dat het dit jaar veel erger is dan anders. Blijkbaar waart er een parasiet rond. Sommigen zijn hier naar het ziekenhuis gegaan waar de analyses dit bevestigen. Ik zal alle rauwe groenten moeten mijden en alle drinkwater behandelen met de micropurpilletjes die ik gelukkig bijheb.
Op de foto mister president van Tajikistan en enkele getrouwen. Raad eens in welke richting ik aan het rijden was...

dinsdag 6 september 2016

Dag 7/9-10 Bukhara

Bukhara is een wondermooie, niet al te grote stad waar heel veel vroeg-islamitische architectuur dicht op elkaar gepakt zit. Je ziet in de bouw wijzen heel goed de verwantschap met Iran.
Ik zit ineens midden in de toeristen, onder wie opvallend veel vroeggepensioneerde Franse koppels en groepen. Ik zag ook een jong Frans koppeltje dat met de fiets onderweg is naar huis vanuit Mongoliƫ via de Pamir Highway.
Verblijven doe ik bij Rakhima, het enige Warmshowers lid in Uzbekistan denk ik. Zij woont met haar moeder en andere familieleden in een traditioneel Uzbeeks huis, gebouwd rond een binnenplaats. Heel warme mensen, maar alleen Rakhima spreekt (zeer goed) Engels.

Omdat Rakhima in een hotel werkt kan ze mij daar laten registreren. In Uzbekistan moet je je minstens om de 3 dagen in een erkend hotel registreren, op straffe van boete bij het verlaten van het land. Vervelend als je kampeert of bij mensen thuis slaapt.
Op vele plaatsen zie je foto's met een rouwband eromheen van de net overleden president Karimov. Aan het dagelijkse leven is van rouw niets te merken
De foto toont de stapel Som (Uzbeekse munt) die ik op de zwarte markt kocht voor 100 dollar: 630.000 Som in 100 briefjes van 5000 en 130 van 1000. Eerst kreeg ik een meer dan 10 cm dik pak met 630 briefjes van 1000, maar dat weigerde ik. In de bank krijg je voor 1 dollar tussen 2000 en 3000 Som, op de zwarte markt 6300. Eerst wilde de wisselaar 6200 geven, maar ik wist van Rakhima dat ik 6300 moest vragen.

Dag 7/8 Qarakol (Uzbekistan)

Hoera, Turkmenistan ligt achter mij! En dat netjes binnen de mij toegemeten 5 dagen. Door die tijdsdruk, de opgelopen hondebeet, de perikelen in het ziekenhuis, de tegenwind, de extreme hitte en het slechte wegdek waren het niet echt ontspannen dagen. Mijn gevoel is dubbel: ik ben blij dat het voorbij maar ik heb er anderzijds bijzonder van genoten. Dit blijft mij de rest van mijn leven bij.

De grensovergang naar Uzbekistan was aan beide kanten heel bureaucratisch. Lang aanschuiven, alles bijeen een kleine 4 uur. Aan beide kanten een eentalig formulier invullen en alle bagage door een scanner.

Na 40 km in Uzbekistan, toen het al donker begon te worden, was er een hotel dat echter volzet was. David wilde de resterende 60 km liften tot Bukhara, ik besloot ter plekke onderdak te zoeken. We namen dus afscheid, en ik had geluk: ik reed de poort van een boerderij binnen en 5 minuten later stond ik al te douchen, een half uur later kreeg ik een heerlijk avondmaal voorgeschoteld door een sympathiek koppel. De man, 3 jaar jonger dan ik, was zwaar suikerziek en was zijn afgestorven tenen aan het verzorgen. Vreselijk beeld...

Dag 7/7 Turkmenabad

Laatste dag in de Garagumwoestijn. Twee woestijnvossen gezien, een aantal kamelen en veel wegvluchtende woestijneekhoorns. Of deze naam juist is weet ik niet, maar Dimitri noemt ze desert squirrels. Er zijn ook een soort snelle hagedissen die als ze in hun loop bovenaan een oneffenheid komen een grote sprong voorwaarts maken doorheen de lucht.
Het fietsen in de woestijn is helemaal niet saai. Ik kan er niet genoeg van krijgen voortdurend rond te kijken.
Ergens onderweg was er een soort baancafé waar we, al was het nog maar 11 u, konden middageten. De volgende 80 km was er immers niets meer.
De hele dag felle noordenwind, schuin op kop. De kwaliteit van het asfalt was heel wisselend.
Turkmenabad is een vreemde stad. Veel brede boulevards en grote officiële gebouwen. Niet bepaald gezellig, en dat is dan ook wat de Lonely Planet erover schrijft.

Dag 7/6 Uch-Adhzi

Ik was vorige nacht onrustig en sliep heel woelig. De wonde verloor nog bloed: mijn onderlaken was er 's morgens mee besmeurd. Gelukkig doet het amper pijn en kan ik normaal fietsen.
Om 6.30 u begonnen we er aan. Het eerste uur was prachtig koel en windstil fietsweer, maar dan stak voor de rest van de dag een alsmaar venijniger wordende noordenwind op, en wij reden naar het Noordoosten. Bovenop het snel warmer worden kwam de soms niet in te beelden slechte kwaliteit van het asfalt zorgen voor een uiteindelijk afmattende rit. Ergens onderweg wipte ongemerkt een van mijn drinkbussen uit zijn houder.
Ik had doodgraag gekampeerd in de woestijn, maar met deze wind zou ik nooit alleen mijn superlichte tent opgezet krijgen, en koken op mijn kampeervuurtje zou al evenmin gaan. Bovendien is het voor mijn wonde beter in propere omstandigheden te slapen.
We overnachten in een splinternieuw hotel midden in de woestijn met zowaar ... een klein overdekt zwembad. Door de wonde aan mijn been durf ik daar niet in. Klote!
Tussenstand na drie Turkmeense dagen: van de ongeveer 500 km in Turkmenistan zijn er 325 km achter de rug.
Een van de moeilijke trajecten van deze herfst-etappe begint er goed uit te zien. Morgen nog een lange dag tot Turkmenabad, dan op de vijfde en laatste dag nog maar een dikke 30 km tot de Uzbeekse grens.
Behalve een bedroevend slechte wifi-verbinding in Iran heb ik nog geen toegang tot het internet gehad. Als dat wel eens lukt zal ik alle voorbereide berichten na elkaar posten.

Dag 7/4-5 Mary

Veel te vertellen over de eerste twee Turkmeense dagen!
De grensovergang liep vlotter dan verwacht. Om 7.45 u stonden David en ik te wachten tot de Iraanse douane zou openen (om 8 u). Met een half uur vertraging begon de ceremonie aan de Iraanse kant. Een paar fietszakken openen, alle fietszakken door een X-stralen scanner en we kregen de uitreisstempel in ons paspoort.
Aan de Turkmeense kant eerst paspoortcontrole, dan medische controle (oa koortsmeting), wat paperassen invullen en 14 dollar betalen, nakijken van alle foto's op mijn smartphone (anti-porno), nogmaals X-stralen scan en klaar was kees.

Om 10.45 u maakten we op de parking kennis met Dimitri, de Turkmeense gids van David, die goed Engels spreekt en geen bezwaar had mijn bagage mee te nemen in zijn grote terreinwagen. Ik blij... Dimitri is een gewezen topsporter, die 25 jaar geleden een Turkmeens record op de tienkamp neerzette dat nog altijd standhoudt.

Dan volgt normaal gesproken de zware rit waar alle fietsers voor waarschuwen: 98 km in de onbarmhartige blote zon (mijn fietscomputer gaf 48 °C aan) naar Hauz-Han over de meest schabouwelijke asfaltbaan.
Om dat te vermijden had ik op OsmAnd+, de kaart-app die ik op mijn smartphone heb, een alternatieve route uitgestippeld die wel 25 km langer uitvalt maar betere kwaliteit zou hebben naar ik hoopte. Er komt trouwens een 17 km lang verbindingsweggetje in dat niet in Google maps noch op mijn papieren kaart te zien is, maar alleen in OsmAnd+. Ook Dimitri kende dit weggetje niet.
Na 83 km over redelijke baan met behoorlijke tegenwind en af en toe heel slecht asfalt was er een restaurant annex slaapkamers waar we met z'n drieën een kamer kregen. Kostprijs inclusief pinten bier en heerlijk avondeten: 10 dollar pp.

Deze ochtend om 6 u bij het vertrek werd ik gebeten door een grote hond. Een wonde van wel 1 cm diep waar het bloed uit gutste. Nu ben ik wel ingeënt tegen rabiës maar honden poetsen hun tanden niet elke dag en kunnen dus andere ziektekiemen overbrengen. Veel meer dan ontsmetten en een grote plakker kleven tegen indringend vuil kon ik in eerste instantie niet doen.
Na een prettige fietsdag bij hoge temperaturen, ferme zijwaartse noordenwind en overwegend redelijk asfalt ging ik in Mary van het hotel naar een ziekenhuis. Ik legde mijn probleem uit, maar ze wilden uit mijn beste Russisch maar niet begrijpen dat ik al een volledig schema van anti-rabies vaccinaties heb ondergaan en alleen een aanvullende inenting nodig had.
Dicht naaien vonden ze tot mijn verbazing niet nodig. Na het ontsmetten van de wonde en twee spuitjes begonnen ze ineens over 67 dollar die ik moest betalen en dan zou ik na nog een spuitje 4 uur in het ziekenhuis moeten blijven. Als de verpleegster dan nog zei dat het een inenting tegen rabiës zou zijn was voor mij de maat vol en ging ik gewoon weg, terug naar het hotel.
Ik zat er wel mee in mijn maag dat ze de gegevens van mijn paspoort genoteerd hadden en wisten in welk hotel ik zat.
Dimitri zei dan wel dat ik me geen zorgen moest maken, maar wist toch ook niet hoe dit zou aflopen. Hij zei dat ze in het ziekenhuis verplicht zijn uitsluitend manats (Turkmeense munt) aan te rekenen en zeker geen dollars. Waarschijnlijk wilden ze in het ziekenhuis gewoon zwarte munt slaan uit de omstandigheden.
Toen ik even later in de hotellobby zat te lezen werd ik aan de telefoon geroepen. Iemand van de immigratiedienst. De receptionist vertaalde. Ze wilden weten of ik gehuwd was en hoeveel kinderen ik had. Het ziekenhuis had dus contact genomen met de immigratiedienst. Vreemd en verontrustend...
Omdat ik mijn dikke vriend en dokter Luc niet kan opbellen om raad begin ik maar op eigen houtje aan een antibiotica-kuur waar ik gelukkig alles voor bij heb. De vervaldatum van de medicijnen is al wel overschreden maar het is beter dan niets. Als er na een paar dagen geen tekenen van ziekte of ontsteking zijn kan ik ermee ophouden.
Wat hier op straat erg opvalt zijn de mooie kleren die de vrouwen dragen: felgekleurde lange kleden, die heel nauw aansluiten en de vrouwelijke vormen mooi accentueren. Wat een verademing na de vormeloze veelal zwarte kleren in Iran.

Dag 7/2-3 Sarakhs

Tegen de verwachting in twee heel mooie fietsdagen met onderweg 1 korte maar nijdige klim en dan een langgerekte afdaling tot de hoogte van de woestijn.
De eerste nacht in een klein dorp bij nog maar eens buitengewoon vriendelijke mensen thuis geslapen. Zeer lekker gegeten, zeer slecht geslapen want we lagen met zijn vijven in de woon/slaapkamer. Moeilijk gecommuniceerd met behulp van mijn Point it boekje en het fotokaftje van Ana. Ze waren heel blij met onze familiefoto (die ik in 20-voud bijheb voor zulke gelegenheden).
De wind waait al 3 dagen fel van opzij uit het noorden. Dat kan morgen in Turkmenistan een probleem worden, want dan draai ik 90° en moet ik pal noordwaarts.
Tweede nacht in een hotel in grensstad Sarakhs. De grens is 1 km van hier.
Ik ben lichtjes gespannen. Het 10 liter watervat heb ik aan de receptionist gegeven die er heel blij mee was. Onnozel eigenlijk, ik heb dat vaatje al bij sinds mijn vertrek uit België en ik heb het nooit gebruikt. Het was bedoeld voor gelegenheden als nu, maar het kan er gewoon niet bij. In de plaats bind ik 3 2-liter flessen opzij tussen de achterfietszakken en mijn tent+slaapgerief. Ik durf mij niet afvragen hoe zwaar ik ondertussen geladen ben.
In mijn hotel logeert ook David, een Australische fietser die net als ik morgen aan de doortocht van Turkmenistan begint. Hij heeft daarvoor een Turkmeense chauffeur ingehuurd die hem opwacht over de grens en die hem gaat volgen. Imanol suggereerde mij aan de telefoon mijn bagage met die chauffeur mee te geven. Dat zou een gigantisch verschil maken.